Syndromen

 

Een van de oorzaken van het uitblijven van een spontane zwangerschap zijn syndromen, ook wel chromosomale afwijkingen genoemd. De onderstaande syndromen zullen we kort uitleggen en uitleggen wat voor een invloed dit heeft op de vruchtbaarheid. Mocht je meer informatie willen, kijk dan onderaan de pagina voor de bronnen en meer informatie. 

 

Syndroom van Turner

Bij het syndroom van Turner is er een afwijking in de vrouwelijke geslachtschromosomen. De normale geslachtshormonen voor een vrouw zijn XX en voor een man XY. Bij het syndroom van Turner is een van de twee X-chromosomen afwezig of anders van vorm. Soms zit de chromosoomafwijkingen niet in alle lichaamscellen, dit wordt mozaïcisme genoemd.

Bij het syndroom van Turner zijn de eierstokken vaak niet goed ontwikkeld, waardoor er te weinig oestrogeen wordt aangemaakt. Hierdoor worden de geslachtskenmerken niet verder ontwikkeld, zoals de borsten, en hebben ze vaak geen menstruatie. De meeste vrouwen met syndroom van Turner zijn onvruchtbaar. Dit komt doordat de eierstokken niet goed ontwikkeld zijn en dat er geen of te weinig eicellen aanwezig zijn. Soms is eiceldonatie een optie voor vrouwen met een zwangerschapswens, omdat zij vaak wel een goed ontwikkelde baarmoeder hebben.

 

Syndroom van MRKH

Bij het syndroom van MRKH (Mayer-Rokitansky-Küster-Hauser syndroom), is een aangeboren afwijkingen bij vrouwen. Vrouwen met het MRKH syndroom hebben geen vagina en geen baarmoeder, of deze zijn niet goed ontwikkeld. De eierstokken zijn wel ontwikkeld en er is ook een ovulatie, alleen geen menstruatie. Vrouwen met MRKH hebben wel uitwendige geslachtsdelen. Er zijn twee types van het MRKH syndroom. Bij type I hebben vrouwen geen vagina en baarmoeder en bij type II zijn er nog maar afwijkingen, bijvoorbeeld problemen aan de nieren, wervelkolom of het hart. 

Vrouwen met het MRKH syndroom kunnen zelf niet zwanger worden. Zij kunnen soms wel een kindje krijgen door middel van een draagmoeder, waarbij door middel van IVF hun eigen eicellen bevrucht kunnen worden. Deze kunnen vervolgens teruggeplaatst worden bij de draagmoeder. 

 

Syndroom van Klinefelter

Bij het syndroom van Klinefelter is er een afwijking in de mannelijke geslachtschromosomen. Meestal hebben mannen dan één X-chromosoom te veel: XXY in plaats van XY. Er kunnen ook andere vormen voorkomen met vaak ernstigere gevolgen. Soms zit de chromosoomafwijkingen niet in alle lichaamscellen, dit wordt mozaïcisme genoemd.

Bij het syndroom van Klinefelter kan het zijn dat tijdens de puberteit de zaadballen niet goed ontwikkelen. Hierdoor maken ze minder testosteron aan. Mannen kunnen daardoor onvruchtbaar zijn, dit geldt soms niet voor mannen met mozaïcisme.  

 

Indien je zwanger wordt en zelf een syndroom hebt, wordt er tijdens de zwangerschap extra onderzoek aangeboden. Dit om te kijken of de baby mogelijk hetzelfde syndroom heeft.